Bezoek aan de Randengfo Pagode in Tongzhou, Beijing
Gepubliceerd op maandag 7 februari 2011 door Tycho
Het was die dag een blauwe met een fijne plus zes graden. De hoogste tijd dus voor een bezoek aan de Randengfo Pagode in het schone district Tongzhou ten ver oosten van Beijing. De Randengfo Pagode is de op een na oudste en ook de op een na hoogste pagode in Beijing en leit aan het Grand Canal in de Wenmiao tempel. Meer over de pagode later want ik was er nog lang niet, oh nenen. Op de eerste plaat het doel achter een onneembare muur, daar was dus geen ingang.
De pagode was ondanks zijn niet geringe hoogte moeilijk te vinden. De weg leidde door een wirwar van stegen en kleine wegen. De pagode is niet bereikbaar door Tongzhou’s Xihai Park, geloof die reisgidsen niet, vroeger wel, nu niet meer, er staat een heel hoog hek. Later nog een apart verhaal over een avontuur in dat park, nu eerst door richting het torentje. Op de plaat een fraaie driewieler in een der stegen.
Een tweede, het park meerekent het derde, ingangspunt dat geen ingangspunt bleek te wezen. De muur was weliswaar neembaar maar na een korte klim bleek en ondoordringbare war van staaldraad en stenen meteen achter de kunstmatige heuvels. Stadsvernieuwers waren daar beez geweest met de afbraak van wat oude wijken. Nu, krotten afbreken prima hoor, maar haal dan wel de rommel weg.
Nu toch kwam ik in buurt. Op de opblaasbare banierpoort staat een aankondiging voor een Temple Fair. Ha leuk! Een Temple Fair is meest, maar niet altijd, rond een tempel. Op de kaart bleken eerder geen andere tempels in de wijde neighborhood. Ene plus ene = tweeë.
En indeed. Mid in de smalle steeg bleek daar de ingang van de tempel en het was me geen kleine aap. De poort stond goed in de verf en oogde net gerestaureert, op een groot bord rechts op de tempelmuur stond een plaat van de pagode. Aangekomen, immer een fijn gevoel hoewel het zwerven ook een feestje blijft. Een kaartje deed een zeer schappelijke drie yuannen.
Links naast de poort een olijke afbeelding met twee konijnen, het is hun jaar. De konijnen dansen rond een banier met het karakter ‘fu’, 福, geluk.
Binnen een speciaal voor het konijnenjaar neergezet extra staketsel met rode lampionnen en nog meer konijnen. In het Jaar van het Konijn moeten er veel konijnen zijn! De tempel heet Tongzhou Wenmiao (通州 文庙). Tongzhou van het district Tongzhou. Miao betekent ‘tempel’. Wenmiao tempel is dus eigenlijk een dubbelop maar done voor het gemak.
Wen staat voor ‘geleerde dienaar van staat’ als in teegstelling tot ‘krijgsdienaar van staat’. Een geleerde dienaar deed bezig met papieren staatszaken als wet en filosofie, een krijgsdienaar met oorlogsvoeren. In vroeger tij moesten aanstaande geleerde dienaren de tempel in Tongzhou bezoeken voor zij aan hun belangrijk werk mochten beginnen. In de tempel eerden zij de beroemde Chinese wijsgeer Confusius. De tempel werd gebouwd in de Qing Dynastie, 1115-1235, een oud besje het is, immer mooi om over zulke oude grond te kunnen dwalen.
De indeling van Chinese tempels is immer gelijk. De tempel is geheel ommuurd en de gebouwen liggen op een as van zuid naar noord, van klein naar groot. Aan de west en oost zijden liggen bijgebouwen, oorspronkelijk voor de huisvesting van monniken, voorraden en vee. De ingang is immer aan de zuidkant, grotere tempels hebben vaak ook ingangen aan de west en oostkant. De meeste tempels hebben geen ingang aan de noordkant, enkele uitzonderingen daarlaten.
Bij de tempel in casu is de poort, zie plaat 5, is het eerste ‘gebouw’. Het gebouw op de plaat het tweede gebouw en daarachter het derde en grootste gebouw. Daar weer achter staat de pagode.
Monikken zijn teeg zeer schaars en in veel tempels zijn de bijgebouwen omgetoverd tot tentoonstellingsruimten. Daar kan een mens de gexte dingen vinden, zo zag ik eens een pokermuseum in een tempel, en ook hier was het weer feest. Het bijgebouw op plaat huisde naamlijk een Olympische Spelen tentoonstelling, komt dat kijken!
In het district Tongzhou waren tijdens de spelen geen wedstrijden. Toch leefde het volkje kennelijk mee met de handballers en speerwerpers. Aan de muur hingen platen van roemde Chinese atleten. Twee fuwa’s sierden de achterwand en in vier kasten kleine parafernalia.
Wij zien van boof naar benee: olympische eetstokjes, een olympische pet, een model van het Bird’s Nest olympisch statdion omringd door vier olympische speldjes, olympische oorversieringen in de vorm van vier van de vijf Fuwa’s (de olympische mascottes) en heelmaal benee een geschenkdoos met vijf Fuwaberen.
Twee fraaie tempelschalen, gebruikt voor het langbranden van kooltjes waar tempelgangers hun wierook in aansteken. Tijdens de olympische spelen gebruikt voor van al en wat. Echte tempelschalen zijn gemaakt van hard koper, de exemplaren op de tentoonstelling van plastiek. De schalen zijn verrijdbaar voor feestelijkheden buiten de deur.
Eerst links, van boof naar benee: olympische Fuwamunten, olympische speldjes, olympische gedenkmunten (bladgouden), vijf uit de doos gehaalde geschenkfuwa’s. Rechts, weer van boof naar benee: een (andere) geschenkverpakking met de vijf Fuwa’s, olympische spelen sleutelhangers, een (andere) geschenkverpakking met de vijf Fuwa’s. Een leuke tentoonstelling, met zorg samengesteld.
Een overzichtplaat van de situatie ten noorden van het tweede gebouw met zicht op het derde gebouw. Precies midscheeps een standbeeld van Confucius. De rode opblaasboog staat normáliter niet voor de tempeldeur, de boog staat nu slechts een paar daag voor de Temple Fair.
Bij de noordmuur van het tweede gebouw een fraai van bamboe gevlochten kraanvogelvaas. Volgens Chinee traditie is een kraanvogel een ‘boodschapper van wijsheid’, de vaas symboliseert het kraanvogelnest waar het dier zijn wijsheid brengt. Geen grapjes nu, Beste Lezer, over het uitschijten van de wijsheid, volgens d’overlevering vervoerde de kraanvogel de wijsheid op zijn rug.
Een schoon versierde boom. De stam met stroken zilverkleuring slingerpapier en de takken met kleine rode lampionnen.
Een model van een oude draagstoel, klein model, teeg denkelijk in gebruik voor het spelen met kinderen tijdens bijvoorbeeld Temple Fairs. Op moment van platen werd de stoel echter niet gedragen, wellicht deden dragers ergens even een snel cigaretje.
Een tentoonstelling over het werk van Jie Hu, een beroemde Chinese creative artist geboren in ’43 en nog steeds in leven. Ze maakt ingewikkelde werkstukjes van glas, steen en jade. Hier is er een:
Prachtig, maar ook erg heftig. Mijn hoofd tolde d’r van en het is me daar al druk. Flux dus weer naar buiten voor een schep frisse lucht!
Daar liep ik bijkans tegen Confusius aan, die ‘wijsgeer’ met zijn vage prietpraat! Geheim van wijsheid: hou het zo vaag mogelijk en trek een een arrogante bek bij. Zo deed confuusman het ook en zie; de man leefde van 551 tot 479 en de Chinezen vinden z’n wawa nog steeds interessant. Nix aan mij besteed die tegelspreukerij, ik moest eerst nog eens naar m’n pagode toe!
Een blik op het hoofdgebouw (derde gebouw), hier lei in de vroeger tijden de geleerde dienaren hun eed af voor zij naar de pagode trokken voor het gebed. Wel, Beste Lezer, het uur loopt tegen 0100 nacht in Beijing, tijd om het schrijven even te stoppen voor een snel wipje en wat dromen. Morgen of overmorgen deel 2 van dit verhaal. Opdatum: Deel 2 hier.